-
1 vliegen over
v. sweep across -
2 vliegen over iets
vliegen over ietssurvoler qc. -
3 vliegen
1 [algemeen] voler2 [snel voorbijgaan] s'envoler♦voorbeelden:1 ga je vliegen of neem je de boot? • tu prends l'avion ou le bateau?leren vliegen • apprendre à piloter (un avion)hoger (willen) vliegen dan men kan • dépenser plus que ce qu'on azij vliegt niet hoog • ce n'est pas un aigleiemand tegemoet vliegen • courir à la rencontre de qn.van hot naar haar vliegen • courir à droite et à gauchevliegen over iets • survoler qc.zijn ogen vlogen over de regels • ses yeux glissaient sur les lignesde bijl vloog van de steel • la hache s'est détachée du manchehet vliegen • le vol¶ hij ziet ze vliegen! • il a des visions, la berlue!de lucht in vliegen • sauter→ link=oor oorII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door de lucht vervoeren] transporter en avion2 [besturen] piloter♦voorbeelden: -
4 over de toonbank vliegen
over de toonbank vliegenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > over de toonbank vliegen
-
5 als warme broodjes over de toonbank vliegen
[omg.]weggehen wie warme Semmeln [ugs.]Niederländisch-Deutsch Wörterbuch > als warme broodjes over de toonbank vliegen
-
6 fly
adj. uitgeslapen, uitgekookt (slang)--------n. vlieg; flap; vlucht; gulp (van de broek); tent opening--------v. vliegen (vogel); vliegen (vliegtuig); besturen v.e. vliegtuig; laten vliegen; wegvluchten; wegrennen; snel voorbijgaan; laten waaien; waaien; overstekenfly1[ flaj] 〈→ Sporttermen: RugbySporttermen: Rugby/〉I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; meervoud: flies〉1 vlieg3 〈 in samenstellingen〉gevleugeld/vliegachtig insect♦voorbeelden:not harm/hurt a fly • geen vlieg kwaad doen4 your fly is undone! • je gulp staat open!a fly on the wall • een spion→ Spanish Spanish/♦voorbeelden:————————fly2————————fly33 〈 benaming voor〉 zich snel voortbewegen ⇒ vliegen, (voorbij)snellen; vluchten; omvliegen, vervliegen 〈 van tijd〉; wegvliegen 〈 van geld〉; verdwijnen, optrekken 〈 van mist〉; uit elkaar springen, alle kanten op vliegen 〈 van glas〉♦voorbeelden:fly in/out • aankomen/vertrekken per vliegtuigfly past • (in formatie) over/voorbij vliegenfly to the help of someone • iemand te hulp snellenmake the money fly • met geld smijtentime flies (like an arrow) • de tijd vliegtlet fly • (af)schieten/vuren; laten schieten〈 informeel〉 we're very late, we must fly • we zijn erg laat, we moeten rennenthe door flew open • de deur werd plotseling geopendfly into a rage/passion/temper • in woede ontstekenthe glass flew to bits/into pieces • het glas spatte in stukjes uiteenthe child flew towards its father • het kind vloog zijn vader tegemoetfly upon someone • iemand aanvliegenshe's flying high • het gaat haar voor de windII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
7 überfliegen
überfliegen -
8 survoler
survoler [suurvollee]〈 werkwoord〉 -
9 navigate
v. navigeren, varen, de route aangeven[ nævigeet]1 navigeren ⇒ een schip/vliegtuig besturen2 varenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bevaren3 besturen -
10 overfly
-
11 pain
pain [pẽ]〈m.〉1 brood2 (langwerpig) stuk ⇒ staaf, koek♦voorbeelden:pain d'épice(s) • kruidkoek, ontbijtkoekpain de Gênes • amandelcakepain de gruau • bruin broodpain de munition • kuch, kazernebroodpain de seigle • roggebroodpain bis • bruin broodbon comme du (bon) pain • door en door goedpain complet • volkorenbroodpain noir • boekweitbroodpain perdu • wentelteefjespain rassis • oud broodpain viennois • zoet melkbroodil y a du pain sur la planche • er is werk aan de winkelgagner son pain • zijn boterham verdienenmanger son pain blanc le premier • bij het prettigste beginnenne pas manger de ce pain-là • wars zijn van bepaalde methodesôter, retirer à qn. le pain de la bouche • iemand het brood uit de mond stotenpleurer le pain qu'on mange • gierig zijn, zichzelf niets gunnense vendre, s'enlever comme des petits pains • als warme broodjes de deur uit vliegen, over de toonbank gaanpain de sucre • suikerbroodpain de veau • gebraden (kalfs)gehaktil a son pain cuit! • hij is ‘binnen’!m1) brood2) (langwerpig) stuk, staaf3) klap -
12 se vendre, s'enlever comme des petits pains
se vendre, s'enlever comme des petits painsals warme broodjes de deur uit vliegen, over de toonbank gaanDictionnaire français-néerlandais > se vendre, s'enlever comme des petits pains
-
13 fliegen
fliegen♦voorbeelden:in Stücke fliegen • aan stukken vliegenin den Urlaub fliegen • met het vliegtuig op vakantie gaandie Fahnen fliegen im Wind • de vlaggen wapperen in de wind4 nach Hause fliegen • naar huis vliegen, snelleneine Nachricht fliegt von Mund zu Mund • een nieuwtje gaat snel van mond tot mondmit fliegenden Händen • met bevende handenam ganzen Körper fliegen • over het hele lichaam bevenvon einer Leiter fliegen • van een ladder donderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
14 sauter
sauter [sootee]2 ontploffen ⇒ exploderen, in de lucht vliegen♦voorbeelden:sauter à bas du lit • uit bed springensauter à la corde • touwtjespringensauter à la gorge • naar de keel vliegensauter au cou • om de hals vallensauter d' un sujet à l'autre • van de hak op de tak springensauter de joie • van vreugde opspringensauter en hauteur • hoogspringensauter en longueur • verspringensauter en selle • in het zadel springensauter sur qn. • bovenop iemand springensauter sur qc. • gretig op iets ingaanfaire sauter • tot ontploffing brengen, opblazenfaire sauter qn. • iemand wippenallez, et que ça saute! • vlug wat!la banque a sauté • de bank is failliet gegaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v2) ont-ploffen3) overslaan4) bespringen -
15 fahren
fahren♦voorbeelden:auf, in Urlaub fahren • met vakantie gaanmit dem Fahrstuhl fahren • met de lift gaan3 wann fährt dieser Zug? • wanneer vertrekt deze trein?aus dem Bett, den Federn fahren • uit bed springen, vliegenein Gedanke fuhr ihr durch den Kopf • een gedachte schoot haar door het hoofdwas ist bloß, nur in ihn gefahren? • wat bezielt hem toch?in die Kleider fahren • zijn kleren aanschieten5 jemandem durchs, übers Haar fahren • door, over iemands haar strijken, gaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:eine Kurve fahren • een bocht nemeneine Strecke fahren • een traject afleggen♦voorbeelden: -
16 bird
n. vogel; kerel; meisje[ bə:d]1 vogel♦voorbeelden:bird of prey • roofvogelthey are birds of a feather 〈 voornamelijk pejoratief〉 • het is één pot nat, ze hebben veel gemeenkill two birds with one stone • twee vliegen in één klap slaanthe bird is/has flown • de vogel is gevlogen〈 informeel〉 give someone the bird • iemand uitfluiten/uitjouwen〈 informeel〉 (strictly) for the birds • lullig, onbenulliglike a bird • gezwind, vlotjes〈 spreekwoord〉 a bird in the hand (is worth two in the bush) • beter één vogel in de hand dan tien in de lucht〈 spreekwoord〉 birds of a feather flock together • waar duiven zijn, daar vliegen altijd duiven toe; gelijk zoekt zijn gelijk -
17 stuk
stuk1〈 het〉5 [aantrekkelijke vrouw, man] (beau) morceau♦voorbeelden:een stuk met iemand meelopen • faire un bout de chemin avec qn.de stukken opvegen • balayer les morceauxwerken dat de stukken er af vliegen • travailler d'arrache-piediets aan stukken slaan, gooien • mettre qc. en morceauxin, aan, bij stukken en brokken • fait de pièces et de morceauxiets in stukken scheuren • déchirer qc. en morceauxiets in drie stukken verdelen • diviser qc. en trois morceauxin stukken vliegen • voler en éclatseen stuk uit een boek voorlezen • lire un passage d'un livreeen stuk van haar leven • une partie de sa vieeen pond biefstuk aan één stuk • une livre de bifteck en un seul morceauaan één stuk doorpraten • parler sans interruptionuit één stuk vervaardigd • d'un seul morceaueen stuk beter • beaucoup mieuxmijn klas is een heel stuk voor • ma classe a pris une bonne avancezij is een stuk afgeslankt • elle a pas mal maigridat zou ons een stuk verder brengen • ça nous avancerait pas maliemand met stukken slaan • surpasser qn. de loinop geen stukken na • en aucune manièreeen stuk speelgoed • un jouetop stuk werken • travailler à la piècetwee gulden per stuk • deux florins pièceper stuk verkopen • vendre à la piècestuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • les pièces ont été remplacées l'une après l'autrehet zijn stuk voor stuk deugnieten • ce sont des vauriens, tous tant qu'ils sonteen tientje het stuk • dix florins piècetwintig stuks koeien • vingt vacheseen stuk of tien appels • une dizaine de pommesgeef me maar een stuk of wat schroeven • donne-moi quelques viseen ongefrankeerd stuk • un envoi postal non affranchieen stukje over dit onderwerp • un petit article sur ce sujet7 de ingekomen stukken • le courrier ‘arrivée’iets met de stukken kunnen bewijzen • pouvoir prouver qc. pièces à l'appuize spelen een nieuw stuk • ils jouent une nouvelle pièceeen broek met stukken • un pantalon rapiécéhij had stukken op zijn ellebogen • ses manches étaient rapiécées aux coudeseen stuk verdriet • un vrai poisoneen misselijk stuk vreten • un type écoeuranteen lui stuk vreten • un tire-au-flancop zijn stuk staan • rester ferme dans son opinionop zijn stuk blijven staan • persévérer (dans son opinion)iemand van zijn stuk brengen • déconcerter qn.een stuk in zijn kraag hebben • avoir un verre dans le nez————————stuk21 [aan stukken; defect] cassé2 [onder de indruk, ingenomen met] bouleversé♦voorbeelden:de klok is stuk • la pendule ne marche plusde automaat is stuk • l'appareil distributeur est en panneeen boek stuk lezen • abîmer un livre (à force de le lire)iets stuk slaan • démolir qc.het kopje viel stuk • la tasse s'est cassée (en tombant)helemaal stuk van iets zijn • être tout bouleversé par qc. -
18 hinfliegen
-
19 sweep
n. beurt, opruiming; veger, stoffer; zwaai, slag, draai, bocht; schoorsteen/ straatveger--------v. vegen; opvegen; voeren; schrijdensweep1[ swie:p]2 veger ⇒ bezem, stoffer4 veeg ⇒ haal (met een borstel), streek5 zwaai ⇒ slag, houw, riemslag; zwier, draai, bocht6 〈 benaming voor〉gebogen traject/lijn♦voorbeelden:make a clean sweep • schoon schip maken5 sweep of the eye • oogopslag, blikwide sweep • wijde draai/bochtmake a sweep • een bocht maken, draaienat one/a sweep • in één klap¶ sweep of mountain country • stuk bergland, berglandschapclean sweep • verpletterende overwinning3 beweging ⇒ stroom, golving♦voorbeelden:beyond/within the sweep of • buiten/binnen het bereik van————————sweep21 zich (snel) (voort)bewegen ⇒ spoeden, vliegen♦voorbeelden:sweep by/past • voorbijschietensweep down on • aanvallensweep on • voortijlensweep round • zich (met een zwaai) omdraaiensweep from/out of the room • de kamer uit stuivensweep into power • aan de macht komena wave swept over the ship • een golf sloeg over het schip1 vegen ⇒ aan/af/op/wegvegen2 (laten) slepen ⇒ slepen over, strijken langs/over♦voorbeelden:sweep the house clean/clear of dirt • het huis schoonvegen〈 figuurlijk〉 sweep the seas • de zeeën schoonvegen/zuiveren van piratensweep the dirt away • het vuil wegvegensweep up • aan/uitvegen, bijeenvegen2 mee/wegsleuren ⇒ meevoeren, afrukken3 doorkruisen ⇒ teisteren, razen over4 afzoeken ⇒ aftasten, afvissen♦voorbeelden:sweep someone a bow/curtsey • statig buigen voor iemand2 sweep along • meesleuren/slepenbe swept off one's feet • omvergelopen worden; 〈 figuurlijk〉 overdonderd worden; versteld staan, hals over kop verliefd wordenbe swept out to sea • in zee gesleurd wordena new fashion sweeping America • een nieuwe mode die Amerika verovert -
20 overvliegen
1 [over iets heen vliegen] fly over♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [vliegend overbrengen] fly over
См. также в других словарях:
Battle of Fort Eben-Emael — Infobox Military Conflict conflict=Battle for Fort Eben Emael partof=World War II caption= date=10 May, 1940 – 11 May, 1940 place=Fort Eben Emael, near the city of Maastricht in the Netherlands result=Decisive German victory… … Wikipedia
French Open 2007/Herrendoppel — Herrendoppel der French Open 2007. Jonas Björkman und Max Mirny waren die Titelverteidiger. Turniersieger wurden Mark Knowles und Daniel Nestor. Inhaltsverzeichnis 1 Setzliste 2 Hauptrunde 2.1 Zeichenerklärung … Deutsch Wikipedia
French Open 2007/Herreneinzel — Herreneinzel der French Open 2007. Rafael Nadal war der Titelverteidiger. Turniersieger wurde ebenfalls Nadal. Inhaltsverzeichnis 1 Setzliste 2 Hauptrunde 2.1 Zeichenerklärung 2.2 Viertelfinale, Halbfinale, Finale … Deutsch Wikipedia
Vogel — 1. A Fôglar diar so êder sjong, gung a Kâter iar inj aauer a dik me (wegh me üüb a Dâi). (Amrum.) – Haupt, VIII, 351, 19. Die Vögel, die so früh singen, mit denen geht die Katze über den Deich (am Tage weg). 2. A grosser Vogel braucht a gross… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wimbledon Championships 2006/Herreneinzel — Herreneinzel der Wimbledon Championships 2006. Titelverteidiger ist SUI Roger Federer. Sieger 2006: SUI Roger Federer Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Wimbledon Championships 2007/Herrendoppel — Herrendoppel der Wimbledon Championships 2007. Titelverteidiger sind USA Bob Bryan und USA Mike Bryan. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Wimbledon Championships 2007/Herreneinzel — Titelverteidiger ist SUI Roger Federer. Inhaltsverzeichnis 1 Setzliste 2 Hauptrunde 2.1 Zeichenerklärung … Deutsch Wikipedia
Open de Moselle 2010 — Die Open de Moselle 2010 waren ein Tennisturnier, welches vom 20. bis 26. September in Metz ausgetragen wurde. Das Turnier war Teil der ATP World Tour 250. Es fand zeitgleich mit den BCR Open Romania 2010 in Bukarest statt, welches ebenfalls im… … Deutsch Wikipedia
Pieter Jelles Troelstra — (Leeuwarden, 20 April 1860 – The Hague, 12 May 1930) was a Dutch politician active in the socialist workers movement. He is most remembered for his fight for universal suffrage and his failed call for revolution at the end of World War I.… … Wikipedia
Social Democratic Workers' Party (Netherlands) — Infobox Dutch Political Party party name = Social Democratic Workers Party party party wikicolourid = SP leader = Pieter Jelles Troelstra (1893 1925) Willem Albeda (1925 1945) foundation = 1894 Dissolved = 1946 merged into the Labour Party… … Wikipedia
Heineken Open 2007 — Die Heineken Open 2007 waren ein Tennisturnier, das vom 8. bis 13. Januar 2007 im neuseeländischen Auckland stattfand. Die Einzelkonkurrenz gewann der an Nummer Drei gesetzte David Ferrer, der damit die Nachfolge von Jarkko Nieminen antrat und… … Deutsch Wikipedia